Nederlands

Uitgebreide vertaling voor klik (Nederlands) in het Duits

klik:

klik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de klik
    der Vorschlag

Vertaal Matrix voor klik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Vorschlag klik aanbieding; aanbod; bod; koopje; motie; offerte; overhandiging; projectvoorstel; propositie; speciale aanbieding; verzoek; voorstel; voorstel doen

Verwante woorden van "klik":


Wiktionary: klik

klik
noun
  1. kort geluid
  2. actie op en computerscherm
  3. soort medeklinker

klik vorm van klikken:

klikken werkwoord (klik, klikt, klikte, klikten, geklikt)

  1. klikken (verklappen)
    anzeigen; petzen; verraten; anbringen; denunzieren; verpfeifen; mitteilen
    • anzeigen werkwoord (zeige an, zeigst an, zeigt an, zeigte an, zeigtet an, angezeigt)
    • petzen werkwoord (petze, petzst, petzt, petzte, petztet, gepetzt)
    • verraten werkwoord
    • anbringen werkwoord (bringe an, bringst an, bringt an, bracht an, brachtet an, angebracht)
    • denunzieren werkwoord (denunziere, denunzierst, denunziert, denunzierte, denunziertet, denunziert)
    • verpfeifen werkwoord (verpfeife, verpfeifst, verpfeift, verpfeifte, verpfeiftet, verpfeift)
    • mitteilen werkwoord (teile mit, teilst mit, teilt mit, teilte mit, teiltet mit, mitgeteilt)
  2. klikken (verklikken; verraden; verklappen; verlinken)
    mitteilen; verraten; verpfeifen; angeben; anzeigen; petzen; denunzieren; stecken; zubringen; weitererzählen; austragen; zutragen; ausposaunen; herumerzählen
    • mitteilen werkwoord (teile mit, teilst mit, teilt mit, teilte mit, teiltet mit, mitgeteilt)
    • verraten werkwoord
    • verpfeifen werkwoord (verpfeife, verpfeifst, verpfeift, verpfeifte, verpfeiftet, verpfeift)
    • angeben werkwoord (gebe an, gibst an, gibt an, gab an, gabt an, angegeben)
    • anzeigen werkwoord (zeige an, zeigst an, zeigt an, zeigte an, zeigtet an, angezeigt)
    • petzen werkwoord (petze, petzst, petzt, petzte, petztet, gepetzt)
    • denunzieren werkwoord (denunziere, denunzierst, denunziert, denunzierte, denunziertet, denunziert)
    • stecken werkwoord (stecke, steckst, steckt, steckte, stecktet, gesteckt)
    • zubringen werkwoord (bringe zu, bringst zu, bringt zu, brachte zu, brachtet zu, zugebracht)
    • weitererzählen werkwoord (erzähle weiter, erzählst weiter, erzählt weiter, erzählte weiter, erzähltet weiter, weitererzählt)
    • austragen werkwoord (trage aus, trägst aus, trägt aus, trug aus, trugt aus, ausgetragen)
    • zutragen werkwoord (trage zu, trägst zu, trägt zu, trug zu, trugt zu, zugetragen)
    • ausposaunen werkwoord (posaune aus, posaunst aus, posaunt aus, posaunte aus, posauntet aus, ausposaunt)
    • herumerzählen werkwoord (erzähle herum, erzählst herum, erzählt herum, zählte herum, herumerzählt)
  3. klikken

Conjugations for klikken:

o.t.t.
  1. klik
  2. klikt
  3. klikt
  4. klikken
  5. klikken
  6. klikken
o.v.t.
  1. klikte
  2. klikte
  3. klikte
  4. klikten
  5. klikten
  6. klikten
v.t.t.
  1. heb geklikt
  2. hebt geklikt
  3. heeft geklikt
  4. hebben geklikt
  5. hebben geklikt
  6. hebben geklikt
v.v.t.
  1. had geklikt
  2. had geklikt
  3. had geklikt
  4. hadden geklikt
  5. hadden geklikt
  6. hadden geklikt
o.t.t.t.
  1. zal klikken
  2. zult klikken
  3. zal klikken
  4. zullen klikken
  5. zullen klikken
  6. zullen klikken
o.v.t.t.
  1. zou klikken
  2. zou klikken
  3. zou klikken
  4. zouden klikken
  5. zouden klikken
  6. zouden klikken
diversen
  1. klik!
  2. klikt!
  3. geklikt
  4. klikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

klikken [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het klikken (overbrengen; aanbrengen)
    Angeben; Zutragen; Klatschen

Vertaal Matrix voor klikken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Angeben aanbrengen; klikken; overbrengen beweren
Klatschen aanbrengen; klikken; overbrengen achterklap; babbeltje; gebazel; gekeuvel; geklater; geklets; geleuter; gelul; geroddel; gewauwel; gezwam; gezwets; kout; kwaadsprekerij; laster; lastering; lasterpraatje; leuterpraat; praatje; roddel; roddelpraat; zwartmaken
Zutragen aanbrengen; klikken; overbrengen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anbringen klikken; verklappen deponeren; leggen; neerleggen; neerzetten; onderuit halen; plaatsen; stationeren; zetten
angeben klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden aangeven; brallen; declareren; grootspreken; opscheppen; opsnijden; snoeven
anzeigen klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden aanbrengen; aandienen; aangeven; adverteren; annonceren; berichten; declareren; iets melden; per advertentie aankondigen; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden; weergeven; wijzen naar
ausposaunen klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden doorgeven; doormeppen; doorslaan; doorspelen; doorvertellen; rondbrieven; rondvertellen; uitbazuinen
austragen klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden bestellen; doorgeven; doorspelen; doorvertellen; een boodschap uitdragen; geven; inschrijving opheffen; orderen; rondbrieven; rondvertellen; schenken; ten einde dragen; uitdragen; uitspelen; uitstrooien; uitzaaien; verhaal vertellen; verhalen; verkondigen; verlenen; verstrekken; vertellen; voldragen
denunzieren klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden doorgeven; doorspelen; doorvertellen; rondbrieven; rondvertellen
herumerzählen klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden babbelen; doorgeven; doorspelen; doorvertellen; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; rondbrieven; rondvertellen; snateren; spreken; wauwelen; zwammen
klicken auf klikken
mitteilen klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden berichten; beschrijven; erbij zeggen; iets melden; informeren; inlichten; mededelen; meedelen; melden; noemen; op de hoogte brengen; rapporteren; tippen; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiteenzetten; uiten; uiting geven aan; van iets in kennis stellen; verhaal vertellen; verhalen; vermelden; verslag uitbrengen; vertellen; vertolken; verwittigen; verwoorden; waarschuwen; zeggen
petzen klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden aanbrengen; aangeven; babbelen; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; snateren; spreken; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden; wauwelen; zwammen
stecken klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden neerleggen; onderuit halen; opprikken; prikken; steken; steken geven
verpfeifen klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden aanbrengen; aangeven; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden
verraten klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden aanbrengen; aangeven; doorslaan; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden
weitererzählen klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden babbelen; doorgeven; doorspelen; doorvertellen; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; rondbrieven; rondvertellen; snateren; spreken; wauwelen; zwammen
zubringen klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden dichtkrijgen; toebrengen
zutragen klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verraten geklikt; verklapt; verklikt

Verwante woorden van "klikken":


Wiktionary: klikken

klikken
noun
  1. met een muis of anderszins een keuze kenbaar maken door op een vlak op het scherm te drukken

Cross Translation:
FromToVia
klikken Klick; Mausklick; Klicken click — act of pressing a button on a computer mouse
klikken beschuldigen; anklagen; Beschuldigen sich; angeben; anzeigen; denunzieren; hinterbringen; anschwärzen; eine Anzeige wegen … machen; bezichtigen; verklagen; Anklage erheben gegen accuserdéférer à la justice quelqu’un comme coupable d’un délit, d’un crime.
klikken Klick; Mausklick clic — clic de souris d'ordinateur
klikken klicken; anklicken cliquer — info|fr (tr-indir|fr) Enfoncer et relâcher le bouton-poussoir (ou cliquet) d'une souris ou d'un dispositif similaire.
klikken angeben; anzeigen; denunzieren; hinterbringen; anschwärzen; eine Anzeige wegen … machen dénoncer — Traductions à classer
klikken liefern; entäußern; fortlassen; überlassen; unterlassen; weggeben; fortgeben; hingeben; preisgeben; ergeben; angeben; anzeigen; denunzieren; hinterbringen; anschwärzen; eine Anzeige wegen … machen livrer — Traductions à trier suivant le sens