Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor kletteren (Nederlands) in het Duits
kletteren:
Conjugations for kletteren:
o.t.t.
- kletter
- klettert
- klettert
- kletteren
- kletteren
- kletteren
o.v.t.
- kletterde
- kletterde
- kletterde
- kletterden
- kletterden
- kletterden
v.t.t.
- ben gekletterd
- bent gekletterd
- is gekletterd
- zijn gekletterd
- zijn gekletterd
- zijn gekletterd
v.v.t.
- was gekletterd
- was gekletterd
- was gekletterd
- waren gekletterd
- waren gekletterd
- waren gekletterd
o.t.t.t.
- zal kletteren
- zult kletteren
- zal kletteren
- zullen kletteren
- zullen kletteren
- zullen kletteren
o.v.t.t.
- zou kletteren
- zou kletteren
- zou kletteren
- zouden kletteren
- zouden kletteren
- zouden kletteren
en verder
- heb gekletterd
- hebt gekletterd
- heeft gekletterd
- hebben gekletterd
- hebben gekletterd
- hebben gekletterd
diversen
- kletter!
- klettert!
- gekletterd
- kletterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor kletteren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hacken | kletteren; rammelen | bomen kappen; fijnhakken; hakken; houwen; in stukken hakken; kappen; kleinhakken; omhakken; schoffelen; vellen; wieden |
hinken | kletteren; rammelen | dartelen; hinkelen; hinken; huppelen; kreupel lopen; mank lopen; mankgaan |
hüpfen | kletteren; rammelen | dartelen; hoppen; huppelen |
klappern | kletteren; rammelen | klapperen; klepperen |
klimpern | kletteren; rammelen | |
klingeln | kletteren; rammelen | aanbellen; bellen; bonzen; klingelen; klokluiden; luiden; overgaan; rinkelen; tingelen; tinkelen |
klingen | kletteren; rammelen | klank voortbrengen; klinken; luiden |
klirren | kletteren; rammelen | |
rasseln | kletteren; rammelen | aanmodderen; de trom roeren; prutsen; reutelen; rochelen; roffelen; rommelen; trommelen |
rattern | kletteren; rammelen | |
rumpeln | kletteren; rammelen | roezemoezen |
rütteln | kletteren; rammelen | bidden; wriggelen; wrikken |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
klingeln | overgaan |
Wiktionary: kletteren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kletteren | → klacken; klappen; schnalzen; klappern | ↔ claquer — Faire un certain bruit aigu et éclatant. |
• kletteren | → geklungen; klimpern; klirren; hallen; klingen; läuten; schallen; tönen | ↔ tinter — faire sonner lentement une cloche, en sorte que le battant ne frapper que d’un côté. |