Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Dreck
|
kledder; klodder; kwak; lik
|
beer; drek; excrementen; fecaliën; feces; goorheid; groezeligheid; kak; poep; prut; schijt; smeerlapperij; smerigheid; smurrie; stofje; stront; uitscheiding; uitwerpselen; vervuiling; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; vuiltje
|
Klacks
|
kledder; klodder; kwak; lik
|
|
Klecks
|
kledder; klodder; kwak; lik
|
klont; klonter; moesje; nop; smet; spat; spatje; spatter; stip; stipje; stippel; uitstrijkje; vlek; vlekje; vuile plek; zwabber
|
Klumpen
|
kledder; klodder; kwak; lik
|
berg; bonk; bonkend geluid; brok; groot en dik stuk; homp; hoop; klont; klonter; kluit; suikerklontje
|
Matsch
|
kledder; klodder; kwak; lik
|
bagger; modder; prut; slib; slijk; slik
|
Schlamm
|
kledder; klodder; kwak; lik
|
bagger; bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; modder; moer; prut; slib; slijk; slik; zetsel
|
Schmutz
|
kledder; klodder; kwak; lik
|
drab; drek; goorheid; groezeligheid; kak; morsigheid; poep; prut; schijt; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; smurrie; stront; vervuiling; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel
|