Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. kindsheid:
  2. kinds:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kindsheid (Nederlands) in het Duits

kindsheid:

kindsheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de kindsheid
    die Kindheit; die Altersschwäche; die Naivität

Vertaal Matrix voor kindsheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Altersschwäche kindsheid ouderdomsgebrek; ouderdomszwakte
Kindheit kindsheid jeugd; kinderjaren; kindertijd
Naivität kindsheid argeloosheid; eenvoud; kinderlijkheid; natuurlijkheid; naïveteit; naïviteit; onbedorvenheid; ongekunsteldheid; onnozelheid; onschuld; simpelheid

Verwante woorden van "kindsheid":


Wiktionary: kindsheid


Cross Translation:
FromToVia
kindsheid Kindheit enfance — jeunesse, état de celui qui est enfant

kinds:

kinds bijvoeglijk naamwoord

  1. kinds
    kindisch; kindlich

Vertaal Matrix voor kinds:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kindisch kinds als een kind; beuzelachtig; eenvoudig; gemakkelijk; in een handomdraai; infantiel; kinderachtig; kinderlijk; licht; makkelijk; moeiteloos; niet moeilijk; overdreven kinderachtig; simpel; vanzelf; zonder moeite
kindlich kinds infantiel; kinderachtig; kinderlijk; overdreven kinderachtig

Verwante woorden van "kinds":