Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. kim:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kim (Nederlands) in het Duits

kim:

kim [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de kim (einder; horizon; gezichtseinder)
    der Horizont; die Kimm
    • Horizont [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kimm [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kim:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Horizont einder; gezichtseinder; horizon; kim
Kimm einder; gezichtseinder; horizon; kim

Verwante woorden van "kim":

  • kimmen

Wiktionary: kim

kim
noun
  1. horizon