Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. keutelaar:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor keutelaar (Nederlands) in het Duits

keutelaar:

keutelaar [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. keutelaar
    der Faseler; die Quasselstrippe; der Faselhans

Vertaal Matrix voor keutelaar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Faseler keutelaar hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous
Faselhans keutelaar babbelaar; babbelaarster; hannes; kletser; kletskous; kletstante; leuteraarster; leuterkous; ouwehoer; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; zwamneus
Quasselstrippe keutelaar babbelaarster; flapuit; hannes; kletskous; kletstante; leuteraarster; leuterkous; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous

Verwante woorden van "keutelaar":

  • keutelaars