Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. kerkgebouw:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kerkgebouw (Nederlands) in het Duits

kerkgebouw:

kerkgebouw [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het kerkgebouw (kerk; godshuis; bedehuis)
    die Kirche; die Kathedrale; Gotteshaus; Kirchengebäude; Heiligtum

Vertaal Matrix voor kerkgebouw:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gotteshaus bedehuis; godshuis; kerk; kerkgebouw
Heiligtum bedehuis; godshuis; kerk; kerkgebouw gewijde plek; heiligdom; tempel
Kathedrale bedehuis; godshuis; kerk; kerkgebouw dom; domkerk; kathedraal
Kirche bedehuis; godshuis; kerk; kerkgebouw kerk
Kirchengebäude bedehuis; godshuis; kerk; kerkgebouw

Verwante woorden van "kerkgebouw":

  • kerkgebouwen, kerkgebouwtje

Wiktionary: kerkgebouw


Cross Translation:
FromToVia
kerkgebouw Kirche église — Lieu de culte