Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
blitzschnell
|
hard; keihard; met hoge snelheid
|
|
eisenhart
|
bikkelhard; ijzerhard; keihard; oorverdovend; staalhard; steenhard
|
|
eisenstark
|
bikkelhard; ijzerhard; keihard; oorverdovend; staalhard; steenhard
|
ijzersterk; oersterk
|
eisern
|
keihard; oorverdovend
|
ferm; fiks; flink; halsstarrig; hardhoofdig; ijzeren; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; pittig; robuust; solide; standvastig; sterk; stevig; stevig gebouwd; stijfhoofdig; stijfkoppig; straf; vasthoudend; volhardend
|
gefühllos
|
keihard; oorverdovend
|
geen pijn voelend; gevoelloos; hard; hardop; luid; meedogenloos; niet-voelend; ongefundeerd; ongegrond; ongemotiveerd; wreed; zonder grond
|
glashart
|
glashard; keihard; zeer hard
|
|
hart
|
bikkelhard; ijzerhard; keihard; oorverdovend; staalhard; steenhard
|
barbaars; beestachtig; bitter teleurgesteld; bruut; erg; fel; hard; hardop; heftig; hevig; inhumaan; krachtig; luid; massief; meedogenloos; monsterlijk; niet hol; onbeheerst; ondragelijk; onmenselijk; onstuimig; onverbiddelijk; onverbiddelijke; onverdraagbaar; onvermurwbaar; rakelings; ternauwernood; verbitterd; wreed
|
herb
|
keihard; oorverdovend
|
bitter; bitterachtig; galachtig; hard; hardop; luid; onbewaakt; rins; sec; wrang; zurig; zuur; zuur smakend
|
hörbar
|
keihard; oorverdovend
|
hard; hardop; luid
|
knallhart
|
keihard; knalhard
|
|
laut
|
keihard; oorverdovend
|
blijkens; hard; hardop; joelend; lawaaierig; luid; luid klinkend; luidruchtig; opzichtig; protserig; rumoerig; schreeuwend; schreeuwerig
|
mit hoher Geschwindigkeit
|
hard; keihard; met hoge snelheid
|
|
ohrenbetäubend
|
keihard; oorverdovend
|
|
schrill
|
keihard; oorverdovend
|
hard; hardop; hel; hoog; luid; schel; scherp; schril; snerpend
|
schwierig
|
keihard; oorverdovend
|
afgezaagd; belastend; bezwarend; complex; delicaat; eigenwijs; eigenzinnig; ellendig; gecompliceerd; gevaarlijk; gewaagd; hachelijk; hard; hardhoofdig; hardop; hinderlijk; ingewikkeld; koppig; kritiek; kritisch; langdraadig; langwijlig; lastig; luid; melig; met veel moeilijkheden gepaard gaan; moeilijk; moeilijk begaanbaar; netelig; onaangenaam; onwillig; penibel; precair; problematisch; risicovol; riskant; rot; saai; storend; tegendraads; vervelend; weerbarstig; weerspannig
|
stahlhart
|
bikkelhard; ijzerhard; keihard; oorverdovend; staalhard; steenhard
|
|
steinhart
|
bikkelhard; glashard; ijzerhard; keihard; staalhard; steenhard; zeer hard
|
knoerthard; knuppelhard
|
streng
|
keihard; oorverdovend
|
gestreng; hard; hardop; houterig; koud; laag van temperatuur; luid; niet toegevend; onvermurwbaar; pittig; stijf; stijve; straf; stram; streng; strikt; stringent; stroef; volgens de regels
|
unsanft
|
keihard; oorverdovend
|
agressief; gewelddadig; hard; hardhandig; hardop; luid; onzacht; ruw
|