Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- kapitaliseren:
-
Wiktionary:
- kapitaliseren → kapitalisieren
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor kapitaliseren (Nederlands) in het Duits
kapitaliseren:
kapitaliseren werkwoord (kapitaliseer, kapitaliseert, kapitaliseerde, kapitaliseerden, gekapitaliseerd)
-
kapitaliseren
Conjugations for kapitaliseren:
o.t.t.
- kapitaliseer
- kapitaliseert
- kapitaliseert
- kapitaliseren
- kapitaliseren
- kapitaliseren
o.v.t.
- kapitaliseerde
- kapitaliseerde
- kapitaliseerde
- kapitaliseerden
- kapitaliseerden
- kapitaliseerden
v.t.t.
- heb gekapitaliseerd
- hebt gekapitaliseerd
- heeft gekapitaliseerd
- hebben gekapitaliseerd
- hebben gekapitaliseerd
- hebben gekapitaliseerd
v.v.t.
- had gekapitaliseerd
- had gekapitaliseerd
- had gekapitaliseerd
- hadden gekapitaliseerd
- hadden gekapitaliseerd
- hadden gekapitaliseerd
o.t.t.t.
- zal kapitaliseren
- zult kapitaliseren
- zal kapitaliseren
- zullen kapitaliseren
- zullen kapitaliseren
- zullen kapitaliseren
o.v.t.t.
- zou kapitaliseren
- zou kapitaliseren
- zou kapitaliseren
- zouden kapitaliseren
- zouden kapitaliseren
- zouden kapitaliseren
en verder
- is gekapitaliseerd
diversen
- kapitaliseer!
- kapitaliseert!
- gekapitaliseerd
- kapitaliserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor kapitaliseren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
einlösen | kapitaliseren | geld in ontvangst nemen; in geld omzetten; incasseren; innen; ruilen; uitwisselen; verruilen; verzilveren |
versilbern | kapitaliseren | in geld omzetten; verzilveren |
Wiktionary: kapitaliseren
kapitaliseren
verb
-
kapitaal laten aangroeien
- kapitaliseren → kapitalisieren