Nederlands
Uitgebreide vertaling voor kankeren (Nederlands) in het Duits
kankeren:
Conjugations for kankeren:
o.t.t.
- kanker
- kankert
- kankert
- kankeren
- kankeren
- kankeren
o.v.t.
- kankerde
- kankerde
- kankerde
- kankerden
- kankerden
- kankerden
v.t.t.
- heb gekankerd
- hebt gekankerd
- heeft gekankerd
- hebben gekankerd
- hebben gekankerd
- hebben gekankerd
v.v.t.
- had gekankerd
- had gekankerd
- had gekankerd
- hadden gekankerd
- hadden gekankerd
- hadden gekankerd
o.t.t.t.
- zal kankeren
- zult kankeren
- zal kankeren
- zullen kankeren
- zullen kankeren
- zullen kankeren
o.v.t.t.
- zou kankeren
- zou kankeren
- zou kankeren
- zouden kankeren
- zouden kankeren
- zouden kankeren
diversen
- kanker!
- kankert!
- gekankerd
- kankerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor kankeren:
Verwante woorden van "kankeren":
kankeren vorm van kanker:
-
de kanker
-
de kanker
Vertaal Matrix voor kanker:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Krebs | kanker | kreeft; langoustine |
bösartiges Geschwür | kanker |
Verwante woorden van "kanker":
Wiktionary: kanker
kanker
Cross Translation:
noun
-
een aandoening die gekenmerkt wordt door het ongecontroleerd vermenigvuldigen van cellen
- kanker → Krebs
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kanker | → Ich habe Krebs | ↔ I have cancer — I have cancer |
• kanker | → Krebs | ↔ cancer — disease of uncontrolled cellular proliferation |
• kanker | → Scheiß | ↔ fucking — as an intensifier |
• kanker | → Krebs | ↔ cancer — médecine|nocat=1 Maladie causée par une tumeur malin. |