Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. kammen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kamt (Nederlands) in het Duits

kamt vorm van kammen:

kammen werkwoord (kam, kamt, kamde, kamden, gekamd)

  1. kammen
    kämmen
    • kämmen werkwoord (kämme, kämmst, kämmt, kämmte, kämmtet, gekämmt)

Conjugations for kammen:

o.t.t.
  1. kam
  2. kamt
  3. kamt
  4. kammen
  5. kammen
  6. kammen
o.v.t.
  1. kamde
  2. kamde
  3. kamde
  4. kamden
  5. kamden
  6. kamden
v.t.t.
  1. heb gekamd
  2. hebt gekamd
  3. heeft gekamd
  4. hebben gekamd
  5. hebben gekamd
  6. hebben gekamd
v.v.t.
  1. had gekamd
  2. had gekamd
  3. had gekamd
  4. hadden gekamd
  5. hadden gekamd
  6. hadden gekamd
o.t.t.t.
  1. zal kammen
  2. zult kammen
  3. zal kammen
  4. zullen kammen
  5. zullen kammen
  6. zullen kammen
o.v.t.t.
  1. zou kammen
  2. zou kammen
  3. zou kammen
  4. zouden kammen
  5. zouden kammen
  6. zouden kammen
en verder
  1. ben gekamd
  2. bent gekamd
  3. is gekamd
  4. zijn gekamd
  5. zijn gekamd
  6. zijn gekamd
diversen
  1. kam!
  2. kamt!
  3. gekamd
  4. kammend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

kammen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de kammen
    Kämme
    • Kämme [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kammen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kämme kammen bergkammen; bergruggen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kämmen kammen

Verwante woorden van "kammen":


Wiktionary: kammen

kammen
verb
  1. met een kam haar in orde brengen
kammen
verb
  1. mithilfe eines Kammes die Haare richten

Cross Translation:
FromToVia
kammen kämmen comb — to groom the hair with a toothed implement
kammen kämmen peignerdémêler, arranger les cheveux, la barbe, avec un peigne.