Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kameraadje (Nederlands) in het Duits

kameraadje:

kameraadje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het kameraadje (hartsvriendin; vriendin; maatje; gezel)
    die Freundin; die Herzfreundin; die Genossin; die Liebste; die Geliebte
  2. het kameraadje (makker; vriend; vriendje; )
    der Freund; der Kamerad; der Kumpel; die Freundin; der Genosse; der Macker; die Genossin; die Kameradin; der Kompagnon; der Vertraute
    • Freund [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kamerad [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kumpel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Freundin [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Genosse [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Macker [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Genossin [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kameradin [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kompagnon [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Vertraute [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. het kameraadje (vriend; spitsbroeder; gabber; )
    der Freund; der Kompagnon; der Mitinhaber; der Teihaber; der Kumpel
    • Freund [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kompagnon [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Mitinhaber [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Teihaber [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kumpel [der ~] zelfstandig naamwoord
  4. het kameraadje (vriendje; gabbertje; makkertje; maatje)
    der Freund; der kleine Freund; der Kamerad

Vertaal Matrix voor kameraadje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Freund compagnon; gabber; gabbertje; gezel; kameraad; kameraadje; kompaan; kornuit; maat; maatje; makker; makkertje; pal; spitsbroeder; vriend; vriendje beminde; geliefde; gezel; gezellin; hartje; kerel; maat; man; manspersoon; minnares; partner; vent; vriend; vriendin
Freundin gabber; gezel; hartsvriendin; kameraad; kameraadje; kompaan; maat; maatje; makker; pal; vriend; vriendin; vriendje beminde; geliefde; hartje; minnares; scharreltje; vriendin; vriendinnetje
Geliebte gezel; hartsvriendin; kameraadje; maatje; vriendin aanbidder; beminde; duifje; geliefde; hartje; liefhebber; liefje; liefste; lieve; maîtresse; minnaar; minnaars; minnares; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes; vriendin; vrijer; vrijers
Genosse gabber; kameraad; kameraadje; kompaan; maat; maatje; makker; pal; vriend; vriendje bondgenoot; compaan; genoot; gezel; gezellin; maat; makker; medestander; medestrijder; partner
Genossin gabber; gezel; hartsvriendin; kameraad; kameraadje; kompaan; maat; maatje; makker; pal; vriend; vriendin; vriendje
Herzfreundin gezel; hartsvriendin; kameraadje; maatje; vriendin
Kamerad gabber; gabbertje; kameraad; kameraadje; kompaan; maat; maatje; makker; makkertje; pal; vriend; vriendje gezel; gezellin; maat; partner
Kameradin gabber; kameraad; kameraadje; kompaan; maat; maatje; makker; pal; vriend; vriendje
Kompagnon compagnon; gabber; gezel; kameraad; kameraadje; kompaan; kornuit; maat; maatje; makker; pal; spitsbroeder; vriend; vriendje compagnon; deelgenoot; firmant; medefirmant; partner; vennoot; zakenpartner
Kumpel compagnon; gabber; gezel; kameraad; kameraadje; kompaan; kornuit; maat; maatje; makker; pal; spitsbroeder; vriend; vriendje compaan; gezel; gezellin; kerel; kompel; maat; makker; man; manspersoon; mijnwerker; partner; vent
Liebste gezel; hartsvriendin; kameraadje; maatje; vriendin beminde; duifje; geliefde; hartje; liefje; liefste; lieve; minnares; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes; vriendin
Macker gabber; kameraad; kameraadje; kompaan; maat; maatje; makker; pal; vriend; vriendje gezel; gezellin; maat; partner
Mitinhaber compagnon; gabber; gezel; kameraad; kameraadje; kompaan; kornuit; maat; maatje; makker; pal; spitsbroeder; vriend compagnon; deelgenoot; firmant; medefirmant; partner; vennoot; zakenpartner
Teihaber compagnon; gabber; gezel; kameraad; kameraadje; kompaan; kornuit; maat; maatje; makker; pal; spitsbroeder; vriend
Vertraute gabber; kameraad; kameraadje; kompaan; maat; maatje; makker; pal; vriend; vriendje intimus; vertrouwelinge
kleine Freund gabbertje; kameraadje; maatje; makkertje; vriendje

Verwante woorden van "kameraadje":


kameraad:

kameraad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kameraad (makker; vriend; vriendje; )
    der Freund; der Kamerad; der Kumpel; die Freundin; der Genosse; der Macker; die Genossin; die Kameradin; der Kompagnon; der Vertraute
    • Freund [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kamerad [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kumpel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Freundin [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Genosse [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Macker [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Genossin [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kameradin [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kompagnon [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Vertraute [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. de kameraad (vriend; spitsbroeder; gabber; )
    der Freund; der Kompagnon; der Mitinhaber; der Teihaber; der Kumpel
    • Freund [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kompagnon [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Mitinhaber [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Teihaber [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kumpel [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kameraad:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Freund compagnon; gabber; gezel; kameraad; kameraadje; kompaan; kornuit; maat; maatje; makker; pal; spitsbroeder; vriend; vriendje beminde; gabbertje; geliefde; gezel; gezellin; hartje; kameraadje; kerel; maat; maatje; makkertje; man; manspersoon; minnares; partner; vent; vriend; vriendin; vriendje
Freundin gabber; kameraad; kameraadje; kompaan; maat; maatje; makker; pal; vriend; vriendje beminde; geliefde; gezel; hartje; hartsvriendin; kameraadje; maatje; minnares; scharreltje; vriendin; vriendinnetje
Genosse gabber; kameraad; kameraadje; kompaan; maat; maatje; makker; pal; vriend; vriendje bondgenoot; compaan; genoot; gezel; gezellin; maat; makker; medestander; medestrijder; partner
Genossin gabber; kameraad; kameraadje; kompaan; maat; maatje; makker; pal; vriend; vriendje gezel; hartsvriendin; kameraadje; maatje; vriendin
Kamerad gabber; kameraad; kameraadje; kompaan; maat; maatje; makker; pal; vriend; vriendje gabbertje; gezel; gezellin; kameraadje; maat; maatje; makkertje; partner; vriendje
Kameradin gabber; kameraad; kameraadje; kompaan; maat; maatje; makker; pal; vriend; vriendje
Kompagnon compagnon; gabber; gezel; kameraad; kameraadje; kompaan; kornuit; maat; maatje; makker; pal; spitsbroeder; vriend; vriendje compagnon; deelgenoot; firmant; medefirmant; partner; vennoot; zakenpartner
Kumpel compagnon; gabber; gezel; kameraad; kameraadje; kompaan; kornuit; maat; maatje; makker; pal; spitsbroeder; vriend; vriendje compaan; gezel; gezellin; kerel; kompel; maat; makker; man; manspersoon; mijnwerker; partner; vent
Macker gabber; kameraad; kameraadje; kompaan; maat; maatje; makker; pal; vriend; vriendje gezel; gezellin; maat; partner
Mitinhaber compagnon; gabber; gezel; kameraad; kameraadje; kompaan; kornuit; maat; maatje; makker; pal; spitsbroeder; vriend compagnon; deelgenoot; firmant; medefirmant; partner; vennoot; zakenpartner
Teihaber compagnon; gabber; gezel; kameraad; kameraadje; kompaan; kornuit; maat; maatje; makker; pal; spitsbroeder; vriend
Vertraute gabber; kameraad; kameraadje; kompaan; maat; maatje; makker; pal; vriend; vriendje intimus; vertrouwelinge

Verwante woorden van "kameraad":


Wiktionary: kameraad

kameraad
noun
  1. vriend; makker; maat; (in overdrachtelijke zin): in de oorlog en nadien in het communisme ook gebruikt als aanduiding voor gelijkgestemde, i.c. lid van de NSB, vaak afgekort tot Kam., of de (communistische) Partij. Tegenwoordig nog wel sarcastisch gebruikt ter aanduiding van aanhanger van een totali

Cross Translation:
FromToVia
kameraad Kamerad comrade — companion in battle, fellow soldier
kameraad Genosse comrade — title used by a Communist regime
kameraad Kumpel mate — friend
kameraad Kamerad; Genosse camarade — Celui ou celle qui, en partager les occupations, la vie d’une ou de plusieurs personnes, contracter avec elles une sorte d’amitié et une communauté d’intérêts.
kameraad Gefährte; Begleiter; Genosse; Geselle compagnon — Celui qui est habituellement avec un autre ou qui fait avec lui la même chose.