Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor kaas (Nederlands) in het Duits
kaas:
-
de kaas
-
de kaas
Vertaal Matrix voor kaas:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Käse | kaas | apekool; flauwekul; gebeuzel; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; kaassoort; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; nonsens; rimram; waanzin |
Käsesorte | kaas | kaassoort |
Verwante woorden van "kaas":
Verwante definities voor "kaas":
Wiktionary: kaas
kaas
Cross Translation:
noun
-
Lebensmittel, Speise: ein Milchprodukt
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kaas | → Käse | ↔ cheese — dairy product |
• kaas | → Käse | ↔ fromage — aliment moulé, obtenu à partir de la coagulation du lait suivie ou non de fermentation. |
kaas vorm van kazen:
-
kazen
Conjugations for kazen:
o.t.t.
- kaas
- kaast
- kaast
- kazen
- kazen
- kazen
o.v.t.
- kaasde
- kaasde
- kaasde
- kaasden
- kaasden
- kaasden
v.t.t.
- heb gekaasd
- hebt gekaasd
- heeft gekaasd
- hebben gekaasd
- hebben gekaasd
- hebben gekaasd
v.v.t.
- had gekaasd
- had gekaasd
- had gekaasd
- hadden gekaasd
- hadden gekaasd
- hadden gekaasd
o.t.t.t.
- zal kazen
- zult kazen
- zal kazen
- zullen kazen
- zullen kazen
- zullen kazen
o.v.t.t.
- zou kazen
- zou kazen
- zou kazen
- zouden kazen
- zouden kazen
- zouden kazen
diversen
- kaas!
- kaast!
- gekaasd
- kazend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor kazen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
käsen | kazen | opstijven |