Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal jongst

Vertaal jongst van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

jongst:
- jüngst; geringst
jong:
- jung; jugendlich
- Junge; Jung
Wiktionary:
- jong → jung
- jong → Junge, Welpe
- jong → Kalb, klein, jung, jugendlich, unerfahren

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor jongst (Nederlands) in het Duits

jongst:

jongst bijvoeglijk naamwoord

jongst
jüngst; geringst
- jüngst bijvoeglijk naamwoord
- geringst bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor jongst:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
geringst	jongst	allerminste; geringste; kleinst; kleinste; minste
jüngst	jongst	kortelings; kortgeleden; laatst; laatstelijk; onlangs; pas; recentelijk

Verwante woorden van "jongst":

jong

jongst vorm van jong:

jong bijvoeglijk naamwoord

jong (jeugdig)
jung; jugendlich
- jung bijvoeglijk naamwoord
- jugendlich bijvoeglijk naamwoord

jong [het ~] zelfstandig naamwoord

het jong (welp; hondje)
Junge; Jung
- Junge [das ~] zelfstandig naamwoord
- Jung [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor jong:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Jung	hondje; jong; welp	jonge kat; katje; poesje
Junge	hondje; jong; welp	jonge kat; katje; poesje
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
jugendlich	jeugdig; jong
jung	jeugdig; jong

Verwante woorden van "jong":

jongen, jongs, jonger, jongere, jongst, jongste, jonge

Antoniemen van "jong":

oud

Verwante definities voor "jong":

wie of wat nog niet lang bestaat¹
- ze is pas achttien, dat is nog jong¹

Wiktionary: jong

jong

adjective

van geringe leeftijd
- jong → jung

noun

een directe nakomeling van een dier
- jong → Junge

jong

noun

junger Fuchs, Wolf oder Hund
- Welpe → welp; pup; jong

Cross Translation:

From	To	Via
• jong	→ Kalb	↔ calf — young elephant, seal or whale (also used of some other animals)
• jong	→ klein; jung	↔ small — young
• jong	→ jung; jugendlich	↔ young — in the early part of life or growth
• jong	→ jung	↔ young — as if young
• jong	→ jung	↔ young — belonging in the early part of life
• jong	→ jung; unerfahren	↔ young — having little experience
• jong	→ jung; jugendlich	↔ jeune — Qui est dans une phase au commencement de sa vie ou de son développement ; qui n’est guère avancé en âge, en parlant des humains, des animaux ou des végétaux.
• jong	→ klein; jung	↔ petit — Jeune.

¹Muiswerk Woordenboek