Nederlands
Uitgebreide vertaling voor inwin (Nederlands) in het Duits
inwinnen:
-
inwinnen (trachten te krijgen)
Conjugations for inwinnen:
o.t.t.
- win in
- wint in
- wint in
- winnen in
- winnen in
- winnen in
o.v.t.
- won in
- won in
- won in
- wonnen in
- wonnen in
- wonnen in
v.t.t.
- heb ingewonnen
- hebt ingewonnen
- heeft ingewonnen
- hebben ingewonnen
- hebben ingewonnen
- hebben ingewonnen
v.v.t.
- had ingewonnen
- had ingewonnen
- had ingewonnen
- hadden ingewonnen
- hadden ingewonnen
- hadden ingewonnen
o.t.t.t.
- zal inwinnen
- zult inwinnen
- zal inwinnen
- zullen inwinnen
- zullen inwinnen
- zullen inwinnen
o.v.t.t.
- zou inwinnen
- zou inwinnen
- zou inwinnen
- zouden inwinnen
- zouden inwinnen
- zouden inwinnen
en verder
- is ingewonnen
diversen
- win in!
- wint in!
- ingewonnen
- inwinnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
inwinnen
Vertaal Matrix voor inwinnen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Einholen | inwinnen | |
Einziehen | inwinnen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
einbringen | inwinnen; trachten te krijgen | aandragen; aanvoeren; bijdragen; brengen; compenseren; distribueren; doen in; goedmaken; iets in te brengen hebben; inbrengen; indoen; instoppen; langs brengen; meebrengen; naar voren brengen; opbrengen; opleveren; opperen; poneren; ronddelen; uitreiken; verdelen; vergoeden |
einholen | inwinnen; trachten te krijgen | binnenbrengen; binnenhalen; binnenvallen; gelijkkomen; inhalen; inlopen; naar binnen halen; onverwachts langskomen; oogsten; plukken; verzamelen |
einziehen | inwinnen; trachten te krijgen | afzuigen; binnenmarcheren; binnentrekken; binnenvallen; een snuif nemen; eisen; iets verduren; incasseren; inmanen; insnuiven; inspringen; invorderen; onverwachts langskomen; opsnuiven; opvangen; opzuigen; snuiven; verbeurdverklaren; vorderen; wegzuigen |