Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. inwendig:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor inwendig (Nederlands) in het Duits

inwendig:

inwendig bijvoeglijk naamwoord

  1. inwendig (intern)
    intern
    • intern bijvoeglijk naamwoord
  2. inwendig (geestelijk; innerlijk)
    spirituell; geistig

Vertaal Matrix voor inwendig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
intern intern; inwendig binnen het bedrijf; inwendige; van binnen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geistig geestelijk; innerlijk; inwendig onstoffelijk; rationeel; redelijk; spiritueel; verstandelijk
spirituell geestelijk; innerlijk; inwendig geestelijke; onstoffelijk; spiritueel; spirituele; spiritueus

Verwante woorden van "inwendig":


Wiktionary: inwendig


Cross Translation:
FromToVia
inwendig innerlich; intern; inwendig interne — didactique|fr médecine|fr Qui est en dedans, qui appartenir au dedans.
inwendig innerlich; intern; inwendig intérieur — Qui est au dedans ; qui est relatif au dedans.

Verwante vertalingen van inwendig