Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- invallen:
-
Wiktionary:
- invallen → fallen, hereinfallen, hineinfallen, einspringen
- invallen → einfallen, in den Sinn kommen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor invalt (Nederlands) in het Duits
invallen:
-
invallen (invallen voor iemand; vervangen)
vertreten; einfallen; einspringen-
einfallen werkwoord
-
einspringen werkwoord (springe ein, springst ein, springt ein, sprang ein, sprangt ein, eingesprungen)
-
invallen (binnendringen; binnenvallen)
eindringen; hineindringen-
hineindringen werkwoord (dringe hinein, dringst hinein, dringt hinein, drang hinein, drangt hinein, hineingedrungen)
-
invallen (in elkaar zakken; inzakken; inzinken)
einstürzen; einsacken; einsinken; zusammenbrechen; zusammenfallen; zusammenstürzen; zusammensinken-
zusammenbrechen werkwoord (breche zusammen, brichst zusammen, bricht zusammen, brache zusammen, brachet zusammen, zusammengebrochen)
-
zusammenfallen werkwoord (falle zusammen, fällst zusammen, fällt zusammen, fiel zusammen, fielet zusammen, zusammengefallen)
-
zusammenstürzen werkwoord (stürze zusammen, stürzest zusammen, stürzt zusammen, stürzte zusammen, stürztet zusammen, zusammengestürzt)
-
zusammensinken werkwoord (sinke zusammen, sinkst zusammen, sinkt zusammen, sank zusammen, sankt zusammen, zusammengesunken)
-
invallen (naar binnen vallen)
Conjugations for invallen:
o.t.t.
- val in
- valt in
- valt in
- vallen in
- vallen in
- vallen in
o.v.t.
- viel in
- viel in
- viel in
- vielen in
- vielen in
- vielen in
v.t.t.
- ben ingevallen
- bent ingevallen
- is ingevallen
- zijn ingevallen
- zijn ingevallen
- zijn ingevallen
v.v.t.
- was ingevallen
- was ingevallen
- was ingevallen
- waren ingevallen
- waren ingevallen
- waren ingevallen
o.t.t.t.
- zal invallen
- zult invallen
- zal invallen
- zullen invallen
- zullen invallen
- zullen invallen
o.v.t.t.
- zou invallen
- zou invallen
- zou invallen
- zouden invallen
- zouden invallen
- zouden invallen
en verder
- heb ingevallen
- hebt ingevallen
- heeft ingevallen
- hebben ingevallen
- hebben ingevallen
- hebben ingevallen
diversen
- val in!
- valt in!
- ingevallen
- invallend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het invallen (binnenvallen)
Vertaal Matrix voor invallen:
Verwante woorden van "invallen":
Wiktionary: invallen
invallen
Cross Translation:
verb
invallen
-
vallend iets binnengaan
- invallen → fallen; hereinfallen; hineinfallen
-
iemands plaats tijdelijk innemen
- invallen → einspringen
verb
-
jemanden durch sich selbst ersetzen, jemandes anderen Rolle einnehmen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• invallen | → einfallen; in den Sinn kommen | ↔ occur — meet or come to the mind |