Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. invaliditeit:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor invaliditeit (Nederlands) in het Duits

invaliditeit:

invaliditeit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de invaliditeit
    die Erwerbsunfähigkeit; die Arbeitsunfähigkeit; die Dienstunfähigkeit

Vertaal Matrix voor invaliditeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Arbeitsunfähigkeit invaliditeit arbeidsongeschiktheid
Dienstunfähigkeit invaliditeit arbeidsongeschiktheid
Erwerbsunfähigkeit invaliditeit arbeidsongeschiktheid

Wiktionary: invaliditeit


Cross Translation:
FromToVia
invaliditeit Krankheit; Erkrankung; Gebrechen infirmitéaffection congénitale ou accidentelle qui gêne ou empêcher le fonctionnement de telle ou telle partie de l’organisme.

Computer vertaling door derden: