Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gewaltig
|
intens; intensief
|
afschuwelijk; afstotelijk; afstotend; barbaars; beestachtig; bliksems; bruut; enorm; fantastisch; fenomenaal; geducht; geweldig; gigantisch; groots; heel erg; heel groot; immens; in hoge mate; in zeer hoge mate; inhumaan; kolossaal; misselijkmakend; monsterlijk; onmenselijk; onmetelijk; puik; reusachtig; reuze; verdraaid; verduiveld; walgelijk; weerzinwekkend; weids; wreed; zeer groot
|
heftig
|
heftig; hevig; intens; intensief
|
bitter teleurgesteld; driftig; erg; fel; heetbloedig; heethoofdig; heftig; hevig; krachtig; meedogenloos; niet terughoudend; onbeheerst; ondragelijk; ongeremd; onstuimig; onverdraagbaar; verbitterd; verwoed; wreed
|
herzlich
|
diep; innig; intens
|
aangenaam; aardig; amicaal; attent; barmhartig; bedaard; behulpzaam; bevallig; charmant; cru; gelijkmoedig; genaderijk; genereus; goedaardig; goedgeefs; goedhartig; gul; hartelijk; hulpvaardig; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; leuk; lief; mild; minnelijk; onbewogen; onomwonden; onverbloemd; onverholen; op een aardige manier; openlijk; plezierig; prettig; rechttoe rechtaan; royaal; ruimhartig; rustig; scheutig; sereen; sympathiek; van harte; vergevend; voorkomend; vriendelijk; vriendschappelijk; vrijgevig; welgemeend; zachtaardig
|
innig
|
diep; innig; intens
|
diepgevoeld; hartelijk; innig; liefhebbend; minnelijk; vriendelijk
|
intensiv
|
heftig; hevig; intens; intensief
|
doortastend; drastisch; erg; fel; ferm; heftig; hevig; krachtdadig; krachtig
|
tief
|
diep; innig; intens
|
degelijk; diep; diepgaand; diepgravend; diepzinnig; grondig; helemaal; laag; niet hoog; niet oppervlakkig; ploertig; totaal; volkomen
|
zärtlich
|
diep; innig; intens
|
breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak
|