Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- inruil:
- inruilen:
-
Wiktionary:
- inruilen → austauschen
- inruilen → austauschen, auswechseln, umtauschen, vertauschen, verwechseln
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor inruil (Nederlands) in het Duits
inruil:
-
de inruil (ruil)
Vertaal Matrix voor inruil:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Feilschen | inruil; ruil | afdingen; afpingelarij; geritsel; gesjacher; handjeklap |
Tausch | inruil; ruil | omruil; omruiling; omwisselen; omwisseling; ruil; ruiling; ruiltransactie; uitwisseling; verruiling; verwisseling |
Umtausch | inruil; ruil | omruil; omruiling; omwisselen; omwisseling; ruil; ruiling; ruiltransactie; uitwisseling; verruiling; verwisseling |
inruilen:
-
inruilen
einwechseln; eintauschen-
einwechseln werkwoord (wechsele ein, wechselst ein, wechselt ein, wechselte ein, wechseltet ein, eingewechselt)
-
Conjugations for inruilen:
o.t.t.
- ruil in
- ruilt in
- ruilt in
- ruilen in
- ruilen in
- ruilen in
o.v.t.
- ruilde in
- ruilde in
- ruilde in
- ruilden in
- ruilden in
- ruilden in
v.t.t.
- heb ingeruild
- hebt ingeruild
- heeft ingeruild
- hebben ingeruild
- hebben ingeruild
- hebben ingeruild
v.v.t.
- had ingeruild
- had ingeruild
- had ingeruild
- hadden ingeruild
- hadden ingeruild
- hadden ingeruild
o.t.t.t.
- zal inruilen
- zult inruilen
- zal inruilen
- zullen inruilen
- zullen inruilen
- zullen inruilen
o.v.t.t.
- zou inruilen
- zou inruilen
- zou inruilen
- zouden inruilen
- zouden inruilen
- zouden inruilen
en verder
- is ingeruild
diversen
- ruil in!
- ruilt in!
- ingeruild
- inruilend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor inruilen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
eintauschen | inruilen | afwisselen; herzien; omruilen; omwisselen; ruilen; uitwisselen; veranderen; verruilen; verwisselen; wijzigen; wisselen |
einwechseln | inruilen | inwisselen; omruilen; omwisselen; ruilen; uitwisselen; verruilen; verwisselen; wisselen |
Wiktionary: inruilen
inruilen
Cross Translation:
verb
-
iets ouds verkopen terwijl men een nieuwe versie koopt
- inruilen → austauschen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• inruilen | → austauschen; auswechseln; umtauschen; vertauschen; verwechseln | ↔ échanger — donner une chose contre une autre. |