Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. inrit:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor inrit (Nederlands) in het Duits

inrit:

inrit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de inrit (oprijlaan; oprit)
    die Einfahrt; die Auffahrt; die Rampe; die Zufahrtsstraße

Vertaal Matrix voor inrit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Auffahrt inrit; oprijlaan; oprit
Einfahrt inrit; oprijlaan; oprit invaart; invaginatie; koetspoort
Rampe inrit; oprijlaan; oprit
Zufahrtsstraße inrit; oprijlaan; oprit aanvoerweg; toegangsweg

Verwante woorden van "inrit":

  • inritten