Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- inprenten:
-
Wiktionary:
- inprenten → einprägen, einschärfen
- inprenten → einschärfen, einimpfen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor inprent (Nederlands) in het Duits
inprenten:
-
inprenten (op het hart drukken)
einprägen; einschärfen; einimpfen; einhämmern-
einschärfen werkwoord (schärfe ein, schärfst ein, schärft ein, schärfte ein, schärftet ein, eingeschärft)
-
einhämmern werkwoord (hämmere ein, hämmerst ein, hämmert ein, hämmerte ein, hämmertet ein, eingehämmert)
Conjugations for inprenten:
o.t.t.
- prent in
- prent in
- prent in
- prenten in
- prenten in
- prenten in
o.v.t.
- prentte in
- prentte in
- prentte in
- prentten in
- prentten in
- prentten in
v.t.t.
- heb ingeprent
- hebt ingeprent
- heeft ingeprent
- hebben ingeprent
- hebben ingeprent
- hebben ingeprent
v.v.t.
- had ingeprent
- had ingeprent
- had ingeprent
- hadden ingeprent
- hadden ingeprent
- hadden ingeprent
o.t.t.t.
- zal inprenten
- zult inprenten
- zal inprenten
- zullen inprenten
- zullen inprenten
- zullen inprenten
o.v.t.t.
- zou inprenten
- zou inprenten
- zou inprenten
- zouden inprenten
- zouden inprenten
- zouden inprenten
en verder
- is ingeprent
diversen
- prent in!
- prent in!
- ingeprent
- inprentend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor inprenten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
einhämmern | inprenten; op het hart drukken | aandringen; doordrammen; doordrukken; drammen; heien; inhameren; instampen; klinken; spijkeren; timmeren; vastnagelen; vastslaan; vastspijkeren; zeuren |
einimpfen | inprenten; op het hart drukken | doordouwen; doorzetten; inenten; injecteren; inoculeren; inspuiten; spuiten; vaccineren |
einprägen | inprenten; op het hart drukken | doordouwen; doorzetten; inlichten; onderrichten; voorlichten |
einschärfen | inprenten; op het hart drukken | doordouwen; doorzetten; inscherpen; zich iets inprenten |
Wiktionary: inprenten
inprenten
Cross Translation:
verb
-
diep in het geheugen vastleggen
- inprenten → einprägen; einschärfen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• inprenten | → einschärfen; einimpfen | ↔ inculcate — teach by repeated instruction |