Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ingeslonken (Nederlands) in het Duits
ingeslonken:
-
ingeslonken (verminderd; ingekrompen; geringer gemaakt)
vermindert; beschränkt; gemildert; kleinlich-
vermindert bijvoeglijk naamwoord
-
beschränkt bijvoeglijk naamwoord
-
gemildert bijvoeglijk naamwoord
-
kleinlich bijvoeglijk naamwoord
-