Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ingaan op (Nederlands) in het Duits
ingaan op:
-
ingaan op (reageren op; erop ingaan)
reagieren auf; erörtern; durchnehmen; ansprechen-
reagieren auf werkwoord
-
durchnehmen werkwoord (nehme durch, nimmst durch, nimmt durch, nahm durch, nahmt durch, durchgenommen)
-
Conjugations for ingaan op:
o.t.t.
- ga in op
- gaat in op
- gaat in op
- gaan in op
- gaan in op
- gaan in op
o.v.t.
- ging in op
- ging in op
- ging in op
- gingen in op
- gingen in op
- gingen in op
v.t.t.
- ben ingegaan op
- bent ingegaan op
- is ingegaan op
- zijn ingegaan op
- zijn ingegaan op
- zijn ingegaan op
v.v.t.
- was ingegaan op
- was ingegaan op
- was ingegaan op
- waren ingegaan op
- waren ingegaan op
- waren ingegaan op
o.t.t.t.
- zal ingaan op
- zult ingaan op
- zal ingaan op
- zullen ingaan op
- zullen ingaan op
- zullen ingaan op
o.v.t.t.
- zou ingaan op
- zou ingaan op
- zou ingaan op
- zouden ingaan op
- zouden ingaan op
- zouden ingaan op
diversen
- ga in op!
- gaat in op!
- ingegaan op
- ingaande op
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze