Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
defekt
|
aan stukken; defect; gebroken; in stukken; kapot; onklaar; stuk
|
beschadigd; buiten gebruik; defect; deficiënt; gebarsten; gebroken; kapot; onklaar; stuk; verbroken
|
entzwei
|
aan stukken; defect; gebroken; in stukken; kapot; onklaar; stuk
|
beschadigd; doormidden; gebarsten; kapot; middendoor; stuk; uit elkaar; uit elkander; uiteen; uitelkaar; van elkaar; van elkander; vaneen
|
gebrochen
|
aan stukken; defect; gebroken; in stukken; kapot; onklaar; stuk
|
beschadigd; buiten gebruik; defect; doorbroken; gebarsten; gebelgd; gebroken; kapot; misnoegd; onklaar; ontevreden; stuk; stukgebroken; verbroken
|
in Stücken
|
aan stukken; defect; gebroken; in stukken; kapot; onklaar; stuk
|
|
kaputt
|
aan stukken; defect; gebroken; in stukken; kapot; onklaar; stuk
|
aan scherven; aan stukken; afgemat; beschadigd; buiten gebruik; defect; dodelijk vermoeid; doodmoe; doodop; gebarsten; gebroken; geruineerd; hondsmoe; kapot; naar de knoppen; ongerede; onklaar; op; stuk; verbroken
|
schadhaft
|
aan stukken; defect; gebroken; in stukken; kapot; onklaar; stuk
|
armzalig; beschadigd; gebarsten; gehavend; geschonden; kapot; karig; mager; pover; schamel; schraal; stuk
|
zerbrochen
|
aan stukken; defect; gebroken; in stukken; kapot; onklaar; stuk
|
aan stukken; beschadigd; gebarsten; gebroken; geruineerd; kapot; naar de knoppen; stuk; stukgebroken; verbrijzeld; verbroken
|
zerrissen
|
aan stukken; defect; gebroken; in stukken; kapot; onklaar; stuk
|
beschadigd; gebarsten; gescheurd; kapot; stuk; verscheurd
|