Nederlands
Uitgebreide vertaling voor imploderen (Nederlands) in het Duits
imploderen:
-
imploderen (instorten)
Vertaal Matrix voor imploderen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
einstürzen | imploderen; instorten | afglijden; aftakelen; afzakken; doorbuigen; doorzakken; in elkaar zakken; ineenstorten; instorten; invallen; inzakken; inzinken; kelderen; onder water gaan; ondergaan; sterk afnemen; teruglopen; vallen; vervallen; verzakken; wegglijden; wegzinken; zakken; zinken |
implodieren | imploderen; instorten |