Nederlands
Uitgebreide vertaling voor imperatief (Nederlands) in het Duits
imperatief:
-
imperatief (dwingend; vereisend; gebiedend; gelastend)
imperativ; zwingend; unabweislich-
imperativ bijvoeglijk naamwoord
-
zwingend bijvoeglijk naamwoord
-
unabweislich bijvoeglijk naamwoord
-
-
de imperatief (gebiedende wijs)
Vertaal Matrix voor imperatief:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Imperativ | gebiedende wijs; imperatief | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
imperativ | dwingend; gebiedend; gelastend; imperatief; vereisend | |
unabweislich | dwingend; gebiedend; gelastend; imperatief; vereisend | onafwijsbaar |
zwingend | dwingend; gebiedend; gelastend; imperatief; vereisend | per se |