Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor immer (Nederlands) in het Duits

immer:

immer bijwoord

  1. immer (immermeer)
    immer; immermehr; immerfort
  2. immer (altijd; continu; steeds; )
    immer; fortwährend
  3. immer (voor altijd; altijd; altoos; )
    immer; für immer und ewig; ewig

Vertaal Matrix voor immer:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ewig altijd; altoos; eeuwig; immer; voor altijd; voor het leven; voor immer altijd; altijddurend; definitief; eeuwig; eeuwigdurend; eindeloos; ellenlang; levenslang; oneindig; ontzettend lang; onverandelijk; onvergankelijk; permanent; steevast; voorgoed; waar geen eind aan komt; zonder einde
fortwährend altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend aaneengesloten; aanhoudend; aldoor; almaar; altijddurend; blijvend; constant; continu; continue; de hele tijd; doorgaand; doorlopend; eeuwig; gedurig; gelijkmatig; gestaag; hardnekkig; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onvermoeibaar; steeds; telkens; voortdurend
für immer und ewig altijd; altoos; eeuwig; immer; voor altijd; voor het leven; voor immer
immer altijd; altoos; constant; continu; doorlopend; eeuwig; immer; immermeer; onophoudelijk; permanent; steeds; voor altijd; voor het leven; voor immer; voortdurend aldoor; almaar; altijd; continue; de hele tijd; elke keer; gedurig; herhaaldelijk; iedere keer; meermaals; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; steeds opnieuw; steevast; telkens; veelvuldig; voortdurend
immerfort immer; immermeer
immermehr immer; immermeer

Verwante vertalingen van immer