Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. iets afhandelen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor iets afhandelen (Nederlands) in het Duits

iets afhandelen:

iets afhandelen werkwoord

  1. iets afhandelen (behandelen)
    abhandeln; abfertigen; einklarieren
    • abhandeln werkwoord (handele ab, handelst ab, handelt ab, handelte ab, handeltet ab, abgehandelt)
    • abfertigen werkwoord (fertige ab, fertigst ab, fertigt ab, fertigte ab, fertigtet ab, abgefertigt)
    • einklarieren werkwoord (klariere ein, klarierst ein, klariert ein, klarierte ein, klariertet ein, einklariert)

Vertaal Matrix voor iets afhandelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abfertigen behandelen; iets afhandelen uitklaren; verzenden
abhandeln behandelen; iets afhandelen afdingen; afdoen; afhandelen; afpingelen; beslechten; marchanderen; onderhandelen; pingelen; sjacheren; twist uit de weg ruimen
einklarieren behandelen; iets afhandelen inklaren; klaren

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van iets afhandelen