Nederlands
Uitgebreide vertaling voor iemand opstoken (Nederlands) in het Duits
iemand opstoken:
-
iemand opstoken (opzetten; opjutten)
aufstacheln; aufhetzen; anspitzen-
aufstacheln werkwoord (stachele auf, stachelst auf, stachelt auf, stachelte auf, stacheltet auf, aufgestachelt)
-
Vertaal Matrix voor iemand opstoken:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
anspitzen | toespitsing | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
anspitzen | iemand opstoken; opjutten; opzetten | aanpunten; aanscherpen; aanslijpen; aanspitsen; punteren; slijpen; spitsen |
aufhetzen | iemand opstoken; opjutten; opzetten | aanleiding geven tot; aanstoken; aanwakkeren; aanzetten; iets aanstoken; jachten; opdrijven; opfokken; ophitsen; opjagen; opjutten; opruien; opstoken; poken; provoceren; uitdagen; uitlokken; voortjagen |
aufstacheln | iemand opstoken; opjutten; opzetten | aanleiding geven tot; aanstoken; aanwakkeren; aanzetten; jachten; opdrijven; opfokken; ophitsen; opjagen; opjutten; opruien; opstoken; poken; provoceren; uitdagen; uitlokken; voortjagen |