Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- hypnotiseren:
-
Wiktionary:
- hypnotiseren → hypnotisieren
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor hypnotiseren (Nederlands) in het Duits
hypnotiseren:
-
hypnotiseren (willoos maken)
hynotisieren; hörig machen; willos machen-
hynotisieren werkwoord
-
hörig machen werkwoord
-
willos machen werkwoord
-
Conjugations for hypnotiseren:
o.t.t.
- hypnotiseer
- hypnotiseert
- hypnotiseert
- hypnotiseren
- hypnotiseren
- hypnotiseren
o.v.t.
- hypnotiseerde
- hypnotiseerde
- hypnotiseerde
- hypnotiseerden
- hypnotiseerden
- hypnotiseerden
v.t.t.
- heb gehypnotiseerd
- hebt gehypnotiseerd
- heeft gehypnotiseerd
- hebben gehypnotiseerd
- hebben gehypnotiseerd
- hebben gehypnotiseerd
v.v.t.
- had gehypnotiseerd
- had gehypnotiseerd
- had gehypnotiseerd
- hadden gehypnotiseerd
- hadden gehypnotiseerd
- hadden gehypnotiseerd
o.t.t.t.
- zal hypnotiseren
- zult hypnotiseren
- zal hypnotiseren
- zullen hypnotiseren
- zullen hypnotiseren
- zullen hypnotiseren
o.v.t.t.
- zou hypnotiseren
- zou hypnotiseren
- zou hypnotiseren
- zouden hypnotiseren
- zouden hypnotiseren
- zouden hypnotiseren
en verder
- ben gehypnotiseerd
- bent gehypnotiseerd
- is gehypnotiseerd
- zijn gehypnotiseerd
- zijn gehypnotiseerd
- zijn gehypnotiseerd
diversen
- hypnotiseer!
- hypnotiseert!
- gehypnotiseerd
- hypnotiserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor hypnotiseren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hynotisieren | hypnotiseren; willoos maken | |
hörig machen | hypnotiseren; willoos maken | |
willos machen | hypnotiseren; willoos maken |
Wiktionary: hypnotiseren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• hypnotiseren | → hypnotisieren | ↔ hypnotiser — propre|fr provoquer chez un être vivant le sommeil dit « hypnotique » par certains moyens artificiels. |