Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hutje (Nederlands) in het Duits

hutje:

hutje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het hutje (hut; hok)
    die Hütte; die Baracke; die Bruchbude
    • Hütte [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Baracke [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Bruchbude [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. het hutje (kot; krot)
    der Schuppen; die Box
    • Schuppen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Box [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hutje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Baracke hok; hut; hutje barak; krot; krotwoning; soldatenkamer
Box hutje; kot; krot box; opbergruimte
Bruchbude hok; hut; hutje armoedige woning; hut; kavalje; kot; krot; krotwoning
Hütte hok; hut; hutje armoedige woning; cabine; dierenverblijfplaats; herdershut; herdershutje; hok; huis; hut; kajuit; kavalje; kleine herdershut; kot; krot; krotwoning; optrekje; stulp; verblijf
Schuppen hutje; kot; krot autogarages; autostallingen; berghok; berghokken; berging; bergingen; bergruimte; box; garages; hokje; hokken; krot; krotwoning; opbergruimte; schuur; schuurtje; wagenschuren

Verwante woorden van "hutje":


hut:

hut [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de hut (kajuit; cabine)
    die Kajüte; die Hütte; die Kabine
    • Kajüte [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Hütte [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kabine [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. de hut (hutje; hok)
    die Hütte; die Baracke; die Bruchbude
    • Hütte [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Baracke [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Bruchbude [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. de hut (armoedige woning; kot)
    die Hütte; Kabuff; die Scheune; die Bruchbude
    • Hütte [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kabuff [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Scheune [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Bruchbude [die ~] zelfstandig naamwoord
  4. de hut (herdershut)
    die Hütte; die Schäferhütte

Vertaal Matrix voor hut:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Baracke hok; hut; hutje barak; krot; krotwoning; soldatenkamer
Bruchbude armoedige woning; hok; hut; hutje; kot kavalje; krot; krotwoning
Hütte armoedige woning; cabine; herdershut; hok; hut; hutje; kajuit; kot dierenverblijfplaats; herdershutje; hok; huis; kavalje; kleine herdershut; krot; krotwoning; optrekje; stulp; verblijf
Kabine cabine; hut; kajuit cabine; cockpit; gondel; kamertje; kleedcabine; stuurcabine
Kabuff armoedige woning; hut; kot
Kajüte cabine; hut; kajuit
Scheune armoedige woning; hut; kot rottent; schuur
Schäferhütte herdershut; hut

Verwante woorden van "hut":


Verwante definities voor "hut":

  1. kamer op een boot1
    • we hadden tijdens de bootreis een hut voor twee personen1
  2. primitief huisje1
    • ze wonen in een soort hut van planken1

Wiktionary: hut

hut
noun
  1. einfaches Gebäude

Cross Translation:
FromToVia
hut Hütte; Bude shack — crude hut
hut Hütte; Knast cabane — Petite maison grossièrement construire.
hut Kabine; Kajüte; Koje cabine — marine|fr Petite chambre à coucher, à bord d’un bateau ou d'un aéronat.
hut Hütte case — Petite habitation sommaire
hut Hütte chaumière — Petite maison couverte d’un toit de chaume.
hut Hütte; Ziegelhütte hutte — Petite cabane faire de bois, de terre, de paille, etc.