Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. hulpjes:
  2. hulpje:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hulpjes (Nederlands) in het Duits

hulpjes:

hulpjes [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de hulpjes (loopjongens)
    der Austräger

Vertaal Matrix voor hulpjes:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Austräger hulpjes; loopjongens bestellers; bezorgers; bodes; ijlbode; koerier; koeriers; renbode; rondbrengers

Verwante woorden van "hulpjes":


hulpje:

hulpje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het hulpje (knecht)
    der Knecht; die Hilfe; die Aushilfe; der Bauernknecht; der Stallknecht

Vertaal Matrix voor hulpje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Aushilfe hulpje; knecht assistent; geruststelling; helper; hulp; hulpkracht; invaller; invalster; noodhulp; opluchting; secondant; substituut; verademing
Bauernknecht hulpje; knecht boerenknecht; knecht
Hilfe hulpje; knecht assistent; assistentie; bijstand; dienstbetoon; handreiking; help; helper; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; maatschappelijk werk; maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; online-Help; poetsvrouw; schoonmaakster; secondant; steun; steunpilaar; steunuitkering; support; toeverlaat; werkster
Knecht hulpje; knecht butler; dienaar; dienstknecht; herenknecht; kamerbediende; kamerdienaar; knecht
Stallknecht hulpje; knecht boerenknecht; butler; dienaar; dienstknecht; herenknecht; kamerbediende; kamerdienaar; knecht; staljongen; stalknecht

Verwante woorden van "hulpje":


Wiktionary: hulpje


Cross Translation:
FromToVia
hulpje Helfer aid — a person that promotes or helps in something being done; a helper