Nederlands

Uitgebreide vertaling voor huissloof (Nederlands) in het Duits

huissloof:

huissloof [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de huissloof (moeke; sloof)
    die Arbeitstier; Arbeitspferd; Hausmütterchen; die Frau die sich im Haushalt abrackert

Vertaal Matrix voor huissloof:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Arbeitspferd huissloof; moeke; sloof loonslaaf; werkezel; werkpaard; werkslaaf
Arbeitstier huissloof; moeke; sloof loonslaaf; uitslover; werkezel; werkpaard; werkslaaf
Frau die sich im Haushalt abrackert huissloof; moeke; sloof
Hausmütterchen huissloof; moeke; sloof

Verwante woorden van "huissloof":

  • huissloven