Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hooggeleerde (Nederlands) in het Duits

hooggeleerde:

hooggeleerde [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. hooggeleerde
    der Professor; der Akademiker

Vertaal Matrix voor hooggeleerde:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Akademiker hooggeleerde academicus; doctorandus; geleerde; hoogleraar; prof; professor; wetenschapper; wetenschapsbeoefenaar; wijze
Professor hooggeleerde hoogleraar; prof; professor

Verwante woorden van "hooggeleerde":


hooggeleerde vorm van hooggeleerd:

hooggeleerd bijvoeglijk naamwoord

  1. hooggeleerd (gestudeerd; erudiet; wijs; )
    studiert; gelehrt; hochgelehrt; hochgebildet; klug; geschult; belesen; literarisch gebildet; wissenschaftlich gebildet

Vertaal Matrix voor hooggeleerd:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belesen belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
gelehrt belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld geleerd; geschoold; intellectueel; intelligent; onderwezen; pienter; schrander; slim; verstandelijk; wijs
geschult belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld bedreven; bekwaam; briljant; doorkneed; ervaren; gediplomeerd; gekwalificeerd; geleerd; geoefend; geschoold; ingenieus; intelligent; knap; kundig; kunstig; onderwezen; slim; vaardig; vindingrijk; wijs
hochgebildet belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
hochgelehrt belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld intelligent; pienter; schrander
klug belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld adrem; behendig; bekwaam; bevattelijk; bijdehand; briljant; clever; geniaal; gevat; gis; goedleers; handig; ingenieus; intelligent; kien; knap; kundig; kunstig; pienter; raak; rationeel; redelijk; schrander; slim; snedig; snugger; uitgeslapen; vaardig; vernuftig; verstandelijk; vindingrijk; vlug van begrip
literarisch gebildet belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
studiert belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld akademisch
wissenschaftlich gebildet belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld

Verwante woorden van "hooggeleerd":