Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. hoen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hoen (Nederlands) in het Duits

hoen:

hoen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het hoen (hen; kip)
    die Hühner; Huhn; die Henne; die Glucke
    • Hühner [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Huhn [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Henne [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Glucke [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hoen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Glucke hen; hoen; kip
Henne hen; hoen; kip hoender; hoenderik; moederkloek
Huhn hen; hoen; kip
Hühner hen; hoen; kip gevogelte; vogels

Verwante woorden van "hoen":


Wiktionary: hoen

hoen
noun
  1. een meest op de grond levende vogel

Cross Translation:
FromToVia
hoen Huhn; Küchlein; Hühnchen; Hähnchen chicken — bird

Verwante vertalingen van hoen