Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Aufhetzer
|
herrieschopper; oproerkraaier; rustverstoorder; stokebrand
|
agitator; agitatoren; intrigant; muiter; oproerkraaiers; opruier; opruiers; opstandeling; opstoker; opstokers; rebel; stokebrand; stokebranden; stoker; tweedrachtzaaier
|
Aufhetzerin
|
herrieschopper; oproerkraaier; rustverstoorder; stokebrand
|
intrigant; muiter; oproerkraaister; opstandeling; rebel; stoker; tweedrachtzaaier
|
Aufschneider
|
herrieschopper; kabaalmaker; lawaaimaker
|
blaaskaak; bluffer; bluffers; dikdoener; dikdoeners; druktemaker; grootspreker; hol vat; leeg vat; opschepper; opscheppers; opsnijder; opsnijders; pocher; pochers; praalhansen; praatjesmaker; praatjesmakers; showbinken; snoever; snoevers; windbuil; windbuilen; zenuwlijder
|
Aufständische
|
herrieschopper; oproerkraaier; rustverstoorder; stokebrand
|
muiter; opstandeling; rebel
|
Aufständischer
|
herrieschopper; oproerkraaier; rustverstoorder; stokebrand
|
muiter; opstandelinge; rebelle
|
Aufwiegler
|
herrieschopper; oproerkraaier; rustverstoorder; stokebrand
|
agitator; intrigant; muiter; opruier; opstandeling; opstoker; opstokers; rebel; stokebrand; stoker
|
Krachmacher
|
herrieschopper; querulant; ruzieschopper; ruziezoeker
|
belhamel; krakeler; raddraaier; raddraaister; rouwdouwer; ruw iemand
|
Lärmmacher
|
herrieschopper; kabaalmaker; lawaaimaker
|
belhamel; druktemaker; levenmaker; raddraaier; raddraaister; rouwdouwer; ruw iemand
|
Meuterer
|
herrieschopper; oproerkraaier; rustverstoorder; stokebrand
|
muiter; opstandeling; rebel
|
Querulant
|
herrieschopper; querulant; ruzieschopper; ruziezoeker
|
brombeer; brompot; grompot; kankeraar; knorrepot; mopperaar
|
Rabatzmacher
|
druktemaker; herrieschopper; zenuwlijder
|
|
Rabauke
|
druktemaker; herrieschopper; zenuwlijder
|
ellendeling; klier; kreng; mispunt; rabauw; schoffie; schoft; schoftje; schurk; smeerlap; stuk ongeluk; vlegel; vlerk
|
Rebell
|
herrieschopper; oproerkraaier; rustverstoorder; stokebrand
|
agitator; intrigant; muiter; opruier; opstandeling; opstandelinge; opstoker; rebel; rebelle; stokebrand; stoker
|
Sprücheklopfer
|
druktemaker; herrieschopper; zenuwlijder
|
|
Streithahn
|
herrieschopper; querulant; ruzieschopper; ruziezoeker
|
haantje; kemphaan; kibbelaar; ruziemaker; ruziezoeker; twiststoker; twistzoeker; vechter
|
Störenfried
|
herrieschopper; oproerkraaier; rustverstoorder; stokebrand
|
onruststoker
|
Wichtigtuer
|
druktemaker; herrieschopper; zenuwlijder
|
bluffer; bluffers; dikdoener; dikdoeners; druktemaker; levenmaker; opschepper; opscheppers; opsnijder; opsnijders; patser; pocher; pochers; praalhans; praatjesmakers; showbink; snoever; snoevers; windbuil; windbuilen; zenuwlijder
|