Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. heropvoeden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor heropvoeden (Nederlands) in het Duits

heropvoeden:

heropvoeden werkwoord (heropvoed, heropvoedt, heropvoedde, heropvoedden, heropgevoed)

  1. heropvoeden
    umerziehen
    • umerziehen werkwoord (erziehe um, erziehst um, erzieht um, erzog um, erzogt um, umerzogen)

Conjugations for heropvoeden:

o.t.t.
  1. heropvoed
  2. heropvoedt
  3. heropvoedt
  4. heropvoeden
  5. heropvoeden
  6. heropvoeden
o.v.t.
  1. heropvoedde
  2. heropvoedde
  3. heropvoedde
  4. heropvoedden
  5. heropvoedden
  6. heropvoedden
v.t.t.
  1. heb heropgevoed
  2. hebt heropgevoed
  3. heeft heropgevoed
  4. hebben heropgevoed
  5. hebben heropgevoed
  6. hebben heropgevoed
v.v.t.
  1. had heropgevoed
  2. had heropgevoed
  3. had heropgevoed
  4. hadden heropgevoed
  5. hadden heropgevoed
  6. hadden heropgevoed
o.t.t.t.
  1. zal heropvoeden
  2. zult heropvoeden
  3. zal heropvoeden
  4. zullen heropvoeden
  5. zullen heropvoeden
  6. zullen heropvoeden
o.v.t.t.
  1. zou heropvoeden
  2. zou heropvoeden
  3. zou heropvoeden
  4. zouden heropvoeden
  5. zouden heropvoeden
  6. zouden heropvoeden
en verder
  1. ben heropgevoed
  2. bent heropgevoed
  3. is heropgevoed
  4. zijn heropgevoed
  5. zijn heropgevoed
  6. zijn heropgevoed
diversen
  1. heropvoed!
  2. heropvoedt!
  3. heropgevoed
  4. heropvoedend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor heropvoeden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
umerziehen heropvoeden