Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- herhaald:
- herhalen:
-
Wiktionary:
- herhalen → wiederholen
- herhalen → wiederholen, entgegnen, zurückgeben, als Antwort geben
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor herhaald (Nederlands) in het Duits
herhaald:
-
herhaald
wiederholt-
wiederholt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor herhaald:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
wiederholt | herhaald | bestendig; constant; dikwijls; frequent; gelijkmatig; gestaag; herhaaldelijk; meermaals; menigmaal; regelmatig; telkens; vaak; veel; veelvuldig |
herhaald vorm van herhalen:
-
herhalen (nazeggen; napraten; nabouwen; echoën)
wiederholen; erhallen; nachsprechen; nachpladdern; widerhallen; hallen; nachsagen; echoen; einüben; widerschallen; erneuern; schallen; ertönen; nachplappern; nachher noch ein wenig plaudern; aufs neue machen-
nachsprechen werkwoord
-
nachpladdern werkwoord
-
widerschallen werkwoord (widerschalle, widerschallst, widerschallt, widerschallte, widerschalltet, widerschallt)
-
ertönen werkwoord
-
nachplappern werkwoord (plappere nach, plapperst nach, plappert nach, plapperte nach, plappertet nach, nach geplappert)
-
nachher noch ein wenig plaudern werkwoord (plaudere nachher noch ein weing, plauderst nachher noch ein weing, plaudert nachher noch ein weing, plauderte nachher noch ein weing, plaudertet nachher noch ein weing, nachher noch ein wenig geplaudert)
-
aufs neue machen werkwoord (mache aufs neue, machst aufs neue, macht aufs neue, machte aufs neue, machtet aufs neue, aufs neue gemacht)
-
herhalen (repeteren; oefenen)
repetieren; üben; proben; einüben; einstudieren-
einstudieren werkwoord (studiere ein, studierst ein, studiert ein, studierte ein, studiertet ein, einstudiert)
-
herhalen
Schleife ausführen-
Schleife ausführen werkwoord
-
-
herhalen
Conjugations for herhalen:
o.t.t.
- herhaal
- herhaalt
- herhaalt
- herhalen
- herhalen
- herhalen
o.v.t.
- herhaalde
- herhaalde
- herhaalde
- herhaalden
- herhaalden
- herhaalden
v.t.t.
- heb herhaald
- hebt herhaald
- heeft herhaald
- hebben herhaald
- hebben herhaald
- hebben herhaald
v.v.t.
- had herhaald
- had herhaald
- had herhaald
- hadden herhaald
- hadden herhaald
- hadden herhaald
o.t.t.t.
- zal herhalen
- zult herhalen
- zal herhalen
- zullen herhalen
- zullen herhalen
- zullen herhalen
o.v.t.t.
- zou herhalen
- zou herhalen
- zou herhalen
- zouden herhalen
- zouden herhalen
- zouden herhalen
en verder
- is herhaald
- zijn herhaald
diversen
- herhaal!
- herhaalt!
- herhaald
- herhalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor herhalen:
Verwante definities voor "herhalen":
Wiktionary: herhalen
herhalen
Cross Translation:
verb
-
etwas zweiten oder mehrfachen Male, erneut tun, durchführen, stattfinden lassen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• herhalen | → wiederholen | ↔ rehearse — repeat what has already been said |
• herhalen | → wiederholen | ↔ repeat — do or say again |
• herhalen | → wiederholen | ↔ rabâcher — (familier, fr) dire souvent et inutilement les mêmes choses, se redire, radoter, ressasser. |
• herhalen | → entgegnen; zurückgeben; als Antwort geben; wiederholen | ↔ redire — répéter, dire une même chose plusieurs fois. |
• herhalen | → wiederholen | ↔ répéter — redire, dire ce qu’on a déjà dit soi-même. |