Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. hennep:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hennep (Nederlands) in het Duits

hennep:

hennep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hennep (marihuana; wiet; wied; stuff; weed)
    Marihuana; Gras
    • Marihuana [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gras [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. de hennep (hasjiesj; kiev; haschisch; )
    der Hasch; der Kannabis; der Stuff; der Haschisch
    • Hasch [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kannabis [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Stuff [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Haschisch [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. de hennep

Vertaal Matrix voor hennep:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gras hennep; marihuana; stuff; weed; wied; wiet ganja
Hasch haschisch; hasj; hasjiesj; hennep; kiev; stuff; wiet
Haschisch haschisch; hasj; hasjiesj; hennep; kiev; stuff; wiet
Kannabis haschisch; hasj; hasjiesj; hennep; kiev; stuff; wiet
Marihuana hennep; marihuana; stuff; weed; wied; wiet ganja
Stuff haschisch; hasj; hasjiesj; hennep; kiev; stuff; wiet
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
Hanf hennep

Verwante woorden van "hennep":

  • hennepen

Wiktionary: hennep

hennep
noun
  1. plantkunde|nld plant uit de hennepfamilie species|Cannabis sativa van wiens vezels zeer veel produkten kunnen worden vervaardigd o.a. touw, papier, canvas en textiel
hennep
noun
  1. Botanik: Gattung der Blütenpflanzen mit handförmigen Blättern und langen, zähen Fasern (Cannabis)
  2. Botanik: fachsprachlich für die Pflanzengattung Hanf

Cross Translation:
FromToVia
hennep Hanf; Cannabis cannabis — plant
hennep Hanf hemp — hemp
hennep Cannabis; Hanf cannabis — plante
hennep Hanf chanvreplante herbacée, dioïque, dont les fibres de la tige sont utilisés dans la conception textile et dont les inflorescences ont des propriétés psychoactives.