Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. heir:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor heir (Nederlands) in het Duits

heir:

heir [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. heir (strijdmacht; leger; legermacht; krijgsmacht)
    die Armee; die Kriegsmacht; Militär; die Landmacht; die Heeresmacht; die Streitmacht; Heer

Vertaal Matrix voor heir:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Armee heir; krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht heerschaar; krijgsmacht; leger; legermacht; legers; legerschaar; manschappen; strijdkrachten; strijdmacht; troepenmacht
Heer heir; krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht krijgsmacht; landleger; landmacht; leger; legermacht; legers; manschappen; strijdkrachten; strijdmacht; troepenmacht
Heeresmacht heir; krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht krijgsmacht; leger; legermacht; strijdkrachten; strijdmacht; troepenmacht
Kriegsmacht heir; krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht krijgsmacht; leger; legermacht; strijdkrachten; strijdmacht; troepenmacht
Landmacht heir; krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht krijgsmacht; landleger; landmacht; leger; legermacht; strijdkrachten; strijdmacht; troepenmacht
Militär heir; krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht krijgsmacht; leger; legermacht; militair; soldaat; strijdkrachten; strijdmacht; troepenmacht
Streitmacht heir; krijgsmacht; leger; legermacht; strijdmacht krijgsmacht; leger; legermacht; strijdkrachten; strijdmacht; troepenmacht

Wiktionary: heir


Cross Translation:
FromToVia
heir Streitkräfte armed forces — the military forces of a nation