Nederlands
Uitgebreide vertaling voor heertje (Nederlands) in het Duits
heertje:
-
het heertje (fatje)
Vertaal Matrix voor heertje:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Geck | fatje; heertje | achterlijke; debiel; dommerik; dwaas; flapdrol; gek; hofnar; idioot; imbeciel; mafkees; mafketel; mafkikker; mallerd; malloot; nar; onbenul; onnozelaar; onnozele kerel; pias; simpele ziel; waanzinnige; zot; zottin |
Kerl | fatje; heertje | butler; gast; goser; gozer; herenknecht; kamerbediende; kamerdienaar; kerel; knakker; knul; knullen; man; manspersoon; vent |
Stutzer | fatje; heertje | boomknoesten; dandies; fatten; hofnar; iem. die snoeit; knoesten; kwasten; kwibussen; nar; snoeier |
Verwante woorden van "heertje":
heer:
-
de heer (heerser; soeverein; machthebber)
-
de heer (God; Almachtige; opperwezen; Schepper)
Vertaal Matrix voor heer:
Verwante woorden van "heer":
Synoniemen voor "heer":
Antoniemen van "heer":
Verwante definities voor "heer":
Wiktionary: heer
heer
Cross Translation:
noun
-
jemand, der eine fast vollständige Kontrolle über Dinge oder Personen hat (früher insbesondere ein Adliger)
-
höfliche Bezeichnung für einen Mann
-
die gesamten organisierten militärischen Streitkräfte eines Staates
- Armee → heer; strijdmacht; leger
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• heer | → Streitkräfte | ↔ armed forces — the military forces of a nation |
• heer | → Herr | ↔ gentleman — man of breeding |
• heer | → König | ↔ king — a playing card with the image of a king in it |
• heer | → Herr; Mann | ↔ man — adult male human |
• heer | → Herr | ↔ monsieur — apostrophe permettant de s’adresser de façon polie à un homme (un client, un professeur, un passant, etc.). |