Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. handwerker:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor handwerker (Nederlands) in het Duits

handwerker:

handwerker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de handwerker (ambachtsman; handarbeider; handwerksman)
    der Handwerker; der Handarbeiter

Vertaal Matrix voor handwerker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Handarbeiter ambachtsman; handarbeider; handwerker; handwerksman factotum; handarbeider; manusje-van-alles
Handwerker ambachtsman; handarbeider; handwerker; handwerksman ambachtsman

Verwante woorden van "handwerker":

  • handwerkers