Nederlands
Uitgebreide vertaling voor handicap (Nederlands) in het Duits
handicap:
-
de handicap (afwijking; gebrek)
-
de handicap (lichaamsgebrek; gebrek)
Vertaal Matrix voor handicap:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Abweichung | afwijking; gebrek; handicap | afwijking; differentiatie; marge; onderscheid; speelruimte; speling; vereffeningsverschil; verschil; verschillendheid |
Defekt | afwijking; gebrek; handicap | defect; euvel; feil; fout; gebrek; gemis; machinedefect; mankement |
Ermangelung | gebrek; handicap; lichaamsgebrek | gebrek; gemis; krapte; manco; schaarsheid; schaarste; tekort; zwakheid |
Gebrechen | gebrek; handicap; lichaamsgebrek | gebrek; gemis |
Handikap | afwijking; gebrek; handicap; lichaamsgebrek | |
körperliches Gebrechen | gebrek; handicap; lichaamsgebrek |
Verwante woorden van "handicap":
Wiktionary: handicap
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• handicap | → Behinderung | ↔ handicap — disadvantage, in particular physical or mental disadvantages of people |