Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. haard:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor haard (Nederlands) in het Duits

haard:

haard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de haard (haardstede; stookplaats; vuurhaard; haardstee)
    der Kamin; der Herd; die Feuerstelle; die Herdstätte
    • Kamin [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Herd [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Feuerstelle [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Herdstätte [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor haard:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Feuerstelle haard; haardstede; haardstee; stookplaats; vuurhaard stookgelegenheid
Herd haard; haardstede; haardstee; stookplaats; vuurhaard fornuis; kacheltje; kleine kachel; komfoor; kookplaat; rechaud; stookinrichting
Herdstätte haard; haardstede; haardstee; stookplaats; vuurhaard
Kamin haard; haardstede; haardstee; stookplaats; vuurhaard openhaard; schoorsteen; schoorsteenmantel; schouw

Wiktionary: haard

haard
noun
  1. een plaats in de woning bedoeld om er een vuur te branden

Cross Translation:
FromToVia
haard Herdboden; Feuerstelle hearth — Floor of fireplace
haard Esse; Herd foyerâtre, lieu où se fait le feu.

Verwante vertalingen van haard