Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal gunst

Vertaal gunst van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

gunst:
- Dienst; Gefälligkeit; Gunst; Stelle; Zuwendung; Sold; Stiftung; Spende; Schenkung
Wiktionary:
- gunst → Gunst, Gefallen
- gunst → Gefallen, Gefälligkeit, Anmut, Begnadigung, Begnadigungsrecht, Gnade, Gnadenerlass, Grazie, Lieblichkeit, Reiz, Gunst, Huld, Vergünstigung, Dank

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gunst (Nederlands) in het Duits

gunst:

gunst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de gunst (dienst)
der Dienst; die Gefälligkeit; die Gunst; die Stelle; die Zuwendung; der Sold; die Stiftung; die Spende; die Schenkung
- Dienst [der ~] zelfstandig naamwoord
- Gefälligkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gunst [die ~] zelfstandig naamwoord
- Stelle [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zuwendung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Sold [der ~] zelfstandig naamwoord
- Stiftung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Spende [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schenkung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gunst:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Dienst	dienst; gunst	assistentie; bijstand; corvee; corveedienst; dienst; dienstbetoon; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; kerkviering; mis; service
Gefälligkeit	dienst; gunst	aardigheid; cadeautje; dienst; donatie; gedienstige handeling; gedienstigheid; gift; schenking; toegankelijkheid; toeschietelijkheid; voorkomendheid
Gunst	dienst; gunst
Schenkung	dienst; gunst	donatie; gift; schenking
Sold	dienst; gunst	soldatenloon
Spende	dienst; gunst	donatie; gift; schenking
Stelle	dienst; gunst	baan; baantje; instantie; instelling; lichaam; lijst; locatie; organisatie; passus; plaats; plaatsbepaling; plek; staatsbetrekking; tabel; tafel; werk; werkkring; werkplek
Stiftung	dienst; gunst	donatie; gift; het stichten; instelling; oprichting; schenking; stichting; vestiging
Zuwendung	dienst; gunst	donatie; gift; schenking; subsidie; tegemoetkoming; toelage

Verwante woorden van "gunst":

gunsten

Wiktionary: gunst

gunst

noun

die Bevorzugung, das Wohlwollen, die Gewogenheit
- Gunst → gunst
Handlung oder Unterlassung, mit der man jemand anderem uneigennützig einen Dienst erweist; etwas, was man nur einem anderen zuliebe tut, um ihn zu unterstützen
- Gefallen → gunst

Cross Translation:

From	To	Via
• gunst	→ Gefallen; Gefälligkeit	↔ favor — deed in which help is voluntarily provided
• gunst	→ Anmut; Begnadigung; Begnadigungsrecht; Gnade; Gnadenerlass; Grazie; Lieblichkeit; Reiz; Gunst; Huld; Vergünstigung; Dank	↔ grâce — Ce qui plaît dans les attitudes, les manières, les discours. Un certain agrément, un certain charme indéfinissable.

Verwante vertalingen van gunst