Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. gretigheid:
  2. gretig:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gretigheid (Nederlands) in het Duits

gretigheid:

gretigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de gretigheid (begerige ijver; graagte)
    die Gier
    • Gier [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. de gretigheid (hebzucht; hebberigheid)
    die Habgier; die Gier
    • Habgier [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Gier [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. de gretigheid (vraatzuchtigheid; gulzigheid; begerigheid; schrokachtigheid)
    die Gefräßigkeit; die Gier

Vertaal Matrix voor gretigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gefräßigkeit begerigheid; gretigheid; gulzigheid; schrokachtigheid; vraatzuchtigheid gulzigheid; vraatzucht
Gier begerige ijver; begerigheid; graagte; gretigheid; gulzigheid; hebberigheid; hebzucht; schrokachtigheid; vraatzuchtigheid begeerte; gierigheid; gulzigheid; hevig verlangen; krenterigheid; verzuchting; vraatzucht; vrekkigheid; zucht
Habgier gretigheid; hebberigheid; hebzucht gierigheid; krenterigheid; roofgierigheid; roofzucht; schraapzucht; schraperigheid; vrekkigheid

Verwante woorden van "gretigheid":


gretig:

gretig bijvoeglijk naamwoord

  1. gretig (happig)
    eifrig; lüstern; erpicht; verlangend; gierig; hungrig; zugespitzt; begierig; begehrlich

Vertaal Matrix voor gretig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begehrlich gretig; happig begeerlijk
begierig gretig; happig begerend; begerig; belust; gulzig; happig; verlangend; verzot; vraatzuchtig
eifrig gretig; happig actief; ambitieus; bedreven; bedrijvig; bezet; bezeten; bezig; daadkrachtig; druk; drukbezet; drukpratend; dynamisch; eerzuchtig; energiek; fanatiek; geanimeerd; geil; gepassioneerd; hartstochtelijk; heet; heetbloedig; hitsig; noest; onvermoeibaar; opgewonden; seksueel opgewonden; stormachtig; streverig; temperamentvol; vurig; warmbloedig
erpicht gretig; happig belust; happig
gierig gretig; happig begerig; gierig; gulzig; hebberig; hebzuchtig; inhalig; krenterig; schraperig; vraatzuchtig; vrekkig
hungrig gretig; happig hongerig
lüstern gretig; happig begerend; geil; hanig; heet; hitsig; opgewonden; pikant; seksueel opgewonden; verlangend; verzot; zinnenprikkelend
verlangend gretig; happig begerend; eisend; verlangend
zugespitzt gretig; happig gericht; messcherp; puntig; scherp; spits; spitsig; spitsvormig; toegespitst

Verwante woorden van "gretig":

  • gretigheid, gretiger, gretigere, gretigst, gretigste, gretige

Synoniemen voor "gretig":


Verwante definities voor "gretig":

  1. waar je veel zin in hebt, een beetje hebberig1
    • met een gretige blik keek ze naar de taart1

Wiktionary: gretig

gretig
adjective
  1. reikhalzend uitzien naar iets, gespitst op iets, happig op iets

Cross Translation:
FromToVia
gretig begierig; habgierig; lüstern; gierig; begehrlich avide — Qui a de l’avidité

Computer vertaling door derden: