Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. gouvernement:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gouvernement (Nederlands) in het Duits

gouvernement:

gouvernement [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het gouvernement (regering; gezag; kabinet)
    die Regierung; die Staatsführung; die Staatsmacht; die Sammlung; die Kunstgalerie; die Galerie

Vertaal Matrix voor gouvernement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Galerie gezag; gouvernement; kabinet; regering foyer; gaanderij; galerie; galerij; hal; koffiekamer; kunstgalerie; kunstzaal; museumzaal; ontvangstruimte; receptiekamer; salon; torenomgang; trans; zuilengang
Kunstgalerie gezag; gouvernement; kabinet; regering galerie; kunstgalerie; kunstzaal; museumzaal
Regierung gezag; gouvernement; kabinet; regering bewind; regering; staatsbestuur
Sammlung gezag; gouvernement; kabinet; regering bijeenbrenging; collectie; compilatie; kabinet; kabinetkast; museum; museumcollectie; verzameling
Staatsführung gezag; gouvernement; kabinet; regering bewind; regeringsstelsel; regime; staatsbestel; staatsbestuur
Staatsmacht gezag; gouvernement; kabinet; regering bewind; regeringsstelsel; regime; rijksgezag; staatsbestel

Verwante woorden van "gouvernement":

  • gouvernementen

Wiktionary: gouvernement

gouvernement
noun
  1. Gebiet von einem Gouverneur verwaltet
  2. Geschichte: Provinzverwaltung, die Verwaltung einer Provinz
  3. die Regierung von Gebieten in Übersee

Cross Translation:
FromToVia
gouvernement Regierung; Regieren gouvernementaction, charge, ou manière de gouverner, de régir, d’administrer quelque chose, en particulier dans le domaine politique.