Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gnuiven (Nederlands) in het Duits
gnuiven:
-
gnuiven
kichern; schmunzeln; feixen; sich ins Fäustchen lachen-
kichern werkwoord
-
sich ins Fäustchen lachen werkwoord
-
Conjugations for gnuiven:
o.t.t.
- gnuif
- gnuift
- gnuift
- gnuiven
- gnuiven
- gnuiven
o.v.t.
- gnuifde
- gnuifde
- gnuifde
- gnuifden
- gnuifden
- gnuifden
v.t.t.
- heb gegnuifd
- hebt gegnuifd
- heeft gegnuifd
- hebben gegnuifd
- hebben gegnuifd
- hebben gegnuifd
v.v.t.
- had gegnuifd
- had gegnuifd
- had gegnuifd
- hadden gegnuifd
- hadden gegnuifd
- hadden gegnuifd
o.t.t.t.
- zal gnuiven
- zult gnuiven
- zal gnuiven
- zullen gnuiven
- zullen gnuiven
- zullen gnuiven
o.v.t.t.
- zou gnuiven
- zou gnuiven
- zou gnuiven
- zouden gnuiven
- zouden gnuiven
- zouden gnuiven
diversen
- gnuif!
- gnuift!
- gegnuifd
- gnuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor gnuiven:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
feixen | gnuiven | giechelen; grijnzen; grijnzend lachen; grimassen; sneren; vals grijnzen; vals lachen |
kichern | gnuiven | giechelen; grinniken; lachen; proesten; schateren |
schmunzeln | gnuiven | fijntjes lachen; ginnegappen; gniffelen; grinniken; proesten |
sich ins Fäustchen lachen | gnuiven |