Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Einsegnung
|
gezegende toestand; heil; voorspoed; wijding; zegen; zegenen; zegening
|
heiliging; inauguratie; inauguratierede; inhuldiging; inwijding; inwijdingsplechtigheid; inzegening; inzegeningsplechtigheid; wijding; wijdingsdienst; zegening
|
Einsetzung
|
gezegende toestand; heil; voorspoed; wijding; zegen; zegenen; zegening
|
heiliging; invoegsel; nominatie; voordracht; wijding; zegening
|
Einweihung
|
gezegende toestand; heil; voorspoed; wijding; zegen; zegenen; zegening
|
heiliging; inauguratie; inauguratierede; inhuldiging; initiatie; inwijding; inwijdingsplechtigheid; inzegening; inzegeningsplechtigheid; wijding; wijdingsdienst; zegening
|
Heil
|
gezegende toestand; heil; voorspoed; zaligheid; zegen; zegenen; zegening
|
heil; voorspoed; welzijn
|
Heiligkeit
|
gezegende toestand; heil; voorspoed; wijding; zegen; zegenen; zegening
|
heiligheid
|
Heiligung
|
gezegende toestand; heil; voorspoed; wijding; zegen; zegenen; zegening
|
heiliging; wijding; zegening
|
Herrlichkeit
|
gezegende toestand; heil; voorspoed; wijding; zegen; zegenen; zegening
|
gedragenheid; gelukzaligheid; grandeur; grootsheid; heerlijkheid; indrukwekkendheid; kostelijkheid; luxe; overvloed; plechtigheid; plechtstatigheid; pracht; statigheid; voornaamheid; vormelijkheid; weelde; weelderigheid
|
Segen
|
gezegende toestand; heil; voorspoed; wijding; zaligheid; zegen; zegenen; zegening
|
baten; heil; heilen; voordelen; voorspoed; welzijn; zegens
|
Segenspendung
|
gezegende toestand; heil; voorspoed; wijding; zegen; zegenen; zegening
|
|
Segnung
|
gezegende toestand; heil; voorspoed; wijding; zaligheid; zegen; zegenen; zegening
|
heilwens
|
Seligkeit
|
gezegende toestand; heil; voorspoed; wijding; zaligheid; zegen; zegenen; zegening
|
blijheid; blijmoedigheid; gein; jolijt; keet; leut; lol; opgewektheid; plezier; pret; verlossing; vrolijkheid; zaligheid
|